Kasteel Cannenburgh in Vaassen (provincie Gelderland):
De vroegste vermelding van de Cannenburgh dateert uit 1365. Het kasteel is gebouwd op de restanten van een eerder kasteel, waarvan de vroegste vermelding uit 1365 stamt.
Sporen van dit vroegere versterkte huis zijn nog te zien in de kelder van het huidige kasteel. Sinds 1402 is het een leengoed van de Gelderse hertogen. In 1543 kocht de
legendarische Gelderse veldheer Marten van Rossem (foto 4) de restanten van het middeleeuwse kasteel. Hij liet de ruïne tot een statig slot herbouwen. De naar voren
springende ingangstoren werd van natuurstenen ornamenten voorzien. Hiermee kwam de renaissancestijl voor het eerst in Gelderland. Marten van Rossem heeft het kasteel
nooit af gezien, hij overleed in 1555.
In 1555 kwam Cannenburgh in handen van Van Rossems neef Hendrik van Isendoorn à Blois, die het bouwplan voltooide. Zijn nazaten bewoonden het kasteel 300 jaar lang
totdat op 5 juni 1881 Charlotte Theodora Maria Alexandrina barones van Oldeneel tot Oldenzeel was overleden, zij was de weduwe van Fredericus Carolus Theodorus van Isendoorn à
Blois, de laatste telg van het geslacht D'Isendoorn à Blois en voerden enkele uitbreidingen en verbouwingen uit.
Rond 1750 werd het complex gemoderniseerd. Er verrezen twee grote dienstvleugels ter weerszijden van het voorplein (foto’s 5 en 6) en er kwam een nieuwe stenen brug over de
gracht naar een nieuwe ingangspartij. Sinds deze ingrepen is er aan de hoofdvorm van de Cannenburgh niets wezenlijks veranderd.