Het edelhert (roodwild in jagersjargon) komt voor in Europa, Azië en Amerika. Het edelhert is op de eland na, het grootste hertensoort en komt in Nederland voor op de Veluwe,
de Oostvaardersplassen en in het Weerterbos.
In de zomer zijn de herten roodbruin van kleur; in de winter grijsachtig bruin met een witte buik en een roomkeuring staartstuk. De gemiddelde lichaamsgrootte wordt beïnvloed
door diverse factoren. Edelherten uit bosgebieden zijn kleiner dan die uit meer open gebieden. Ook zijn mannetjes groter dan vrouwtjes. Mannetjes worden tot 225 kg zwaar en
vrouwtjes tot 150 kg.
Alleen een mannetje draagt een gewei dat gemiddeld zo’n 70 cm lang en een kilogram zwaar is. Echter, het gewei kan uitgroeien tot meer dan 90 cm. Het gewicht kan variëren van
4 tot 10 kg. Aan het gewei kan enigszins de leeftijd afgelezen worden. Een jong edelhert heeft een kleiner gewei met weinig vertakkingen. Een hert in zijn laatste levensfase
zal ook weer een kleiner gewei met minder takken krijgen. Het gewei wordt ieder jaar afgeworpen onder invloed van geslachtshormonen. Daarna groeit onmiddellijk het nieuwe gewei.
De Sperwer:
De Sperwer is een kleine, snelle roofvogel. Zoals bij alle roofvogels is het mannetje kleiner dan het vrouwtje, maar bij de Sperwer is dit verschil enorm: het vrouwtje is 2x zo
zwaar als het mannetje. Zangvogels, zoals de merel, huismus, vink, spreeuw en mees, zijn de voornaamste prooi van de Sperwer. Ook lust de Sperwer een Turkse Tortel, maar die
wordt dan meestal door het vrouwtje gevangen. De Sperwer jaagt vanuit de dekking, of met een plotselinge snelle vlucht in het voorbij gaan.
Deze foto's zijn gemaakt begin december 2010 in het buitengebied van Otterlo (gebied Onderlangs-Karweg).
Deze foto's zijn in juli 2011 gemaakt op De Zanding en in de Sparrenlaan in het buitengebied van Otterlo (Veluwe)
